Het boek, Het achterhuis is in 1947 voor het eerst uitgegeven nadat de vader van Anne Frank, Otto Frank toestemming had gegeven. Otto Frank was de enige onderduiker die na de oorlog levend terug is gekeerd naar Amsterdam. Otto Frank stierf echter in 1980.
De hoofdpersoon in het boek Het achterhuis is Anne Frank. Het verhaal begint op 12 Juni 1942, op deze datum wordt Anne Frank dertien jaar en ze ontvangt van haar ouders een dagboek. Sinds dat ze een dagboek heeft begint ze haar leven te beschrijven.
Anne Frank is een leuk, slim en populair meisje. Ze was vooral in het begin van het verhaal niet groot en ze had bruin haar en bruine ogen. Ze hoopt later een beroemd schrijfster of journaliste te worden. Ze is er ook van overtuigd dat ze daar goed genoeg voor is. Ze is gevlucht uit Duitsland en woont sinds 1934 met haar ouders en zus op het Merwedeplein in Amsterdam.
Vanaf 1940 werd Nederland bezet door de Duitsers, in het begin ging het allemaal redelijk, tot dat er anti-joden regels ontstonden. De vader van Anne Frank, Otto Frank zag het gevaar van deze anti-joden regels en besloot samen met zijn vrouw in 1942 te gaan onderduiken in het achterhuis te Amsterdam.
Ik beschrijf Anne Frank als een lief, behulpzaam, eigenwijs meisje met een uitgesproken mening. De tijd dat ze zat ondergedoken is ze zeer volwassen geworden.
In het achterhuis woonde Anne Frank samen met haar ouders en zus maar ook met nog een familie en een tandarts. Ze heeft de grootste klik met haar vader, ze heeft het gevoel dat ze met hem over alles kon praten ondanks dat hij haar ook wel eens teleur stelde. Met haar moeder heeft ze niet zo sterke band dan met haar vader, Anne Frank had gevoel dat haar moeder haar links liet liggen. Ze geeft haar moeder ook de schuld ervan dat ze heel veel dingen niet gekregen heeft, die je bij een opvoeding wel zou moeten krijgen, zoals liefde en vertrouwen. Met haar zus heeft ze niet echt een band maar ze probeert het goede ervan te maken. Haar moeder klaagt wel eens en zegt dan tegen Anne Frank ‘was je maar zoals je zus!’ Een jaar en een dag na de eerste dag van het onderduiken wordt ze verliefd op de zoon van de andere familie in het achterhuis. Anne Frank vind Peter van Daan leuk en andersom ook, ze verdwijnen steeds meer naar zolder ten ongenoegen van de mede onderduikers.
Anne Frank slaapt samen met de tandarts, Albert Dussel op één kamer. Ze vindt hem niet aardig omdat hij een beetje eng is en omdat hij snurkt. Met de Mevrouw van Daan heeft Anne Frank vaak ruzie, maar Mevrouw heeft niet alleen ruzie met Anne Frank maar ook met andere in het achterhuis. Meneer van Daan is stilletjes, sloom en niet aanwezig, Anne vindt hem maar niks. Hij speelt geen grote rol in het verhaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten